Wetgeving rond geestelijke verzorging

Op de website Overheid.nl staan de originele wetteksten van de verdragen, wetten en regels die in Nederland gelden. Hieronder staan de belangrijkste wetten voor geestelijke verzorging.
Grondwet

In artikel 6 van de Grondwet is het recht op vrijheid van godsdienst en levensovertuiging vastgelegd. Daaruit vloeit voort het recht op vrije toegang tot geestelijke zorg. Dat is ook de grondslag voor de verplichte beschikbaarheid van geestelijke verzorging in zorginstellingen, in de krijgsmacht en in penitentiaire inrichtingen. Het gegeven dat het recht op vrije toegang tot geestelijke zorg niet beperkt mag worden door toestemming of indicatie van een derde, noemen we de vrijplaats.

Wet Medezeggenschap cliënten zorginstellingen

De Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen bepaalt in artikel 3 dat een besluit over geestelijke verzorging pas genomen mag worden als er tijdig een advies over is uitgebracht door de cliëntenraad:

  1. De zorgaanbieder stelt de cliëntenraad in ieder geval in de gelegenheid advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit dat de instelling betreft, inzake: […] 
    i. voedingsaangelegenheden van algemene aard en het algemeen beleid op het gebied van de veiligheid, de gezondheid of de hygiëne en de geestelijke verzorging van, maatschappelijke bijstand aan en recreatiemogelijkheden en ontspanningsactiviteiten voor cliënten;
  2. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit;
  3. De cliëntenraad is bevoegd de zorgaanbieder ook ongevraagd te adviseren inzake de in het eerste lid genoemde en andere onderwerpen, die voor de cliënten van belang zijn.
Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg

In 2015 is de Kwaliteitswet voor de Zorg vervangen door de Wet Kwaliteit Klachten en Geschillen Zorg. Daarin bepaalt artikel 6: “De zorgaanbieder die zorg verleent welke verblijf van de cliënt in een accommodatie gedurende het etmaal met zich brengt, draagt er zorg voor dat geestelijke verzorging beschikbaar is, die zoveel mogelijk aansluit bij de godsdienst of levensovertuiging van de cliënt (…)”. Dit is identiek aan de vroegere bepalingen van artikel 3 van de Kwaliteitswet voor de Zorg.

In artikel 3 van deze nieuwe wet staat ook een belangrijke bepaling voor de geestelijke verzorging: “De zorgverlener organiseert de zorgverlening op zodanige wijze, bedient zich zowel kwalitatief als kwantitatief zodanig van personele en materiële middelen (…) dat een en ander redelijkerwijs moet leiden tot het verlenen van goede zorg.” Hiermee is de wettelijke noodzaak van voldoende formatie en getoetste kwaliteit van geestelijke verzorging geborgd.

Lees meer over:

Formatie
Kwaliteitsborging
Geestelijke verzorging bij justitie

In 1998 is de Penitentiaire Beginselenwet aangenomen. Hierin staat vermeld dat justitieel ingeslotenen (H VIII, Paragraaf 1, artikel 41) recht hebben op persoonlijk contact met geestelijk verzorgers en deelname aan levensbeschouwelijke en religieuze bijeenkomsten.

Daarnaast is belangrijk voor justitieel ingeslotenen dat bij de verstrekking van voeding zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met hun levensbeschouwing of religie (art 44 lid 3). Lees ook dit artikel over Geestelijke verzorging in de gevangenis op de website van Boom Juridisch Tijdschriften.

Geestelijke verzorging bij de politie

In de Cao Politie 2005-2007 is de volgende verplichtende afspraak opgenomen: “Ieder korps voorziet in een professionele voorziening op het gebied van Geestelijke Verzorging.” (Onderdeel I van het Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie, Preventie (ziekte)verzuim en uitstroom arbeidsongeschiktheid, p. 8 van 21).

Op basis van het rapport ‘ZIN in politiewerk’ (2014) van de Rijksuniversiteit Groningen is er binnen het korps een visiedocument over Geestelijke Verzorging opgesteld. In dit visiedocument wordt beschreven dat politiewerk voor medewerkers ingrijpende situaties met zich meebrengt. De confrontaties met gevaar, onrecht, onmacht,  geweld en dood roepen zingevingsvraagstukken en morele afwegingen op. Geestelijke verzorging bij de politie richt zich op zingevingsvragen en ethische vragen die opkomen in en naar aanleiding van het politiewerk.

Geestelijke verzorging bij de krijgsmacht

De wetgeving met betrekking tot de Geestelijke verzorging bij de krijgsmacht staat beschreven in de grondwet en in de  regeling ‘Aanstelling geestelijk verzorgers’. De Diensten Geestelijke Verzorging (DGV) dragen bij aan het (geestelijk) welbevinden van militairen, burgerpersoneel, veteranen en het thuisfront, en aan de moraliteit van de krijgsmacht als geheel. Meer informatie over geestelijke verzorging bij defensie vind je op de website van defensie

Geestelijke verzorging in de thuissituatie

Er is nog geen structurele wetgeving omtrent geestelijke verzorging in de thuissituatie. Er is sinds 2019 een subsidieregeling waarmee de inzet van geestelijk verzorgers bij mensen thuis wordt gefinancierd. Er wordt gewerkt aan een structurele inbedding. Houd deze website in de gaten om op de hoogte te blijven over geestelijke verzorging in de thuissituatie.

De vrijplaats

Als je langer dan 24 uur in een instelling verblijft heb je recht op een veilige plek om alles te kunnen bespreken wat je wilt bespreken zonder dat een hulpverlener hiervan op de hoogte is. Dat kan zijn een luisterend oor, een troostend woord, een goed gesprek, hulp bij dilemma’s of de mogelijkheid vieringen en groepsbijeenkomsten bij te wonen. De geestelijk verzorger biedt deze vrijplaats.